Caspar david friedrich biografie zusammenfassung

Caspar David Friedrich () en de oerknal van de Romantiek

Bijna iedereen zal weleens het schilderij De wandelaar boven de nevelen hebben gezien, niet in het echt, maar in reproductie, want dit werk van Caspar David Friedrich is zo vaak gebruikt en misbruikt om een gedachte of gevoel te illustreren dat het deel uitmaakt van ons collectief geheugen.

Toch laat kunsthistoricus Florian Illies in zijn nieuwe biografie van de Duitse meester de Romantiek niet beginnen met dit schilderij, maar met Monnik aan zee, waarop je eigenlijk alleen maar een groots luchtspektakel in donkere tinten en een lichter gekleurde streep zand ziet en één piepkleine figuur. Denk het figuurtje weg en je ziet een abstract schilderij dat hevig doet denken aan de minder dubbelzinnige streepschilderijen van Mark Rothko (). Illies definieert Monnik aan zee (van ) dan ook niet alleen als “de oerknal van de Romantiek” maar ook als een belangrijke voorbode van de abstracte kunst die ruim een eeuw later tot volle wasdom zou komen. Hij staat daarin niet alleen. In verscheen het standaardwerk Modern Painting and the Northern Romantic Tradition van Robert Rosenblum, met op de omslag de monnik aan het strand en de ondertitel Friedrich to Rothko.

Drie desillusies

Goed, oerknal. Maar hoe gebeurde die? Wa



who the *) is … ? [ 1 ]

Deze serie verscheen van september tot mei

In het Rijk van de Geest is alles tegenwoordige tijd en alleen daar ben je onsterfelijk. Dat geldt in het bijzonder voor schrijvers. Immers, wie schrijft die blijft. Zolang we hen blijven lezen en gedenken, leven zij voort. En wanneer ze zijn weggezonken in het collectieve geheugen, worden ze met een lemma op wikipedia weer tot leven gewekt.

Friedrich Ludwig Zacharias Werner ()

In de biografie over Arthur Schopenhauer van Rüdiger Safranski las ik in het zesde hoofdstuk over Schopenhauers studietijd in Gotha en Weimar in en Schopenhauer had de twintig jaar oudere toneelschrijver Zacharias Werner tijdens zijn studie in Gotha leren kennen. Deze is dan al beroemd geworden door een toneelstuk over Luther, Die Weihe der Kraft (). Goethe neemt Werner mee naar Weimar waar hij op de beroemde theekrans van Arthur’s moeder, Johanna Schopenhauer, wordt uitgenodigd. Ook zoon Arthur is van de partij. Safranski schrijft dat niemand van het illustere gezelschap (Goethe, Brentano, Von Arnim, de Schlegels) dat Johanna’s theekrans bezocht, zich later de twintigjarige Schopenhauer herinnert. Behalve Zacharias Werner.

Wie is deze Zacharias Werner nu precies? is hem niet ver

Een tanende genialiteit
De ironie van de kunstenaar
door Maarten Doorman

De kunst heeft veel kunstmatigheid opgeleverd, maar van weinig kunstenaars lijkt het werk zo kunstmatig als dat van Jeff Koons. Het begon met het tentoonstellen van stofzuigers en al snel volgden een opgeblazen opblaasbare bloem en een dito konijn, ook in glimmend gepoetste roestvrijstalen uitvoering. Daarna kwamen een soort trollen; nagemaakte glanzend stalen baroksculpturen; door handwerkslieden vervaardigde kitscherige beelden in porselein van Johannes de Doper of van Michael Jackson met aap, dan wel in geverfd hout van Buster Keaton of van een puppy; een grote hoeveelheid pornografisch of semi-pornografisch werk waarin de kunstenaar met de Italiaanse pornoster en politica Ilona Staller figureert, uitgevoerd in grote zeefdrukken, of gegoten in glas; en een twaalf meter hoog jong hondje, uit bloeiende planten opgebouwd.

Het feit dat Koons een tijdlang zijn geld verdiende als broker op Wallstreet en de suikerzoete uitlatingen over zijn eigen werk - dat ‘weer’ met de massa's zou willen ‘communiceren’ - wekten bij velen het vermoeden van een vergaand cynisme, een cynisme dat elk serieus kunstenaarschap bespottelijk maakte. Maar dat is de vraag. Zelf zei hij in een u

De onmisbaarheid van de kunstenaar

Over kunstenaarsmythen en intentieverklaringen

Een dubbele pagina in de wekelijkse fullcolour bijlage van de Süddeutsche Zeitung: het hoofd van Damien Hirst, eenmaal met en eenmaal zonder gasmasker. Dat gasmasker is tegen de enorme stank die Hirsts werkwijze soms met zich meebrengt, zo verneemt men in de inleiding van het interview met de Britse kunstenaar. In grote letters staat bij deze foto’s de titel van het vraaggesprek: Was geht in diesem Kopf vor? [1] Hoe komt die kerel er in hemelsnaam op om dit soort dingen te doen – een kalf doormidden snijden, bijvoorbeeld? De tentoonstelling van Hirst, die de aanleiding is voor het interview, heet The beautiful afterlife, en de interviewer vraagt of de kunstenaar inderdaad in een leven na de dood gelooft. Damien ontvouwt daarop zijn ideeën over dood en vergankelijkheid – dat asbakken eigenlijk kerkhoven voor sigaretten zijn, enzovoort. Vervolgens springt de interviewer over op Damiens verhuizing naar het platteland – we komen te weten dat Londen met zijn uitgaansleven en het bijbehorende cocaïne-gebruik de kunstenaar teveel werd. We vernemen ook dat Damiens vriendin hem vooral als mens waardeert, niet zozeer als kunstenaar. Een van de hoogtepunten van het gesprek is de volgende dialoog:

De encyclopedie van fictieve kunstenaars

Deel 2

A (bijgenaamd: Anonieme Artiest) (°, actief in Nederland)

Kunstenaar die geen sporen wilde nalaten, maker van kunst-zonder-kunstenaar. Studeerde op jarige leeftijd cum laude af aan de Rietveld-academie, waarna hij meteen al zijn schilderijen vernietigde. De lectuur van het essay Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid van Walter Benjamin maakte een onuitwisbare indruk op hem. A raakte ervan overtuigd dat reproducties van kunstwerken binnen afzienbare tijd veel belangrijker zouden worden dan de originelen. Hij zocht dan ook emplooi bij een drukker van kunstboeken en begon reproducties te verzamelen: niet minder dan versies van Rembrandts Nachtwacht wist hij te vergaren. Hij maakte ook zelf afdrukken van dit meesterwerk, die hij doelbewust te rood liet uitvallen. In maakte hij een print van de Nachtwacht waarin hij alle mannelijke besnorde personages aan een scheerbeurt had onderworpen. Later zou A verklaren dat zijn retouche- en misdrukexperimenten op een mislukking waren uitgelopen, omdat ze als kunst werden gepresenteerd. “Dus moest mijn werk zich als werkelijkheid presenteren, er zat niets anders op,” stelde A.

De krant werd A’s geliefde werkterrein. Met behulp van een uitgebreid netwerk