Aesop wiki



Fabels van La Fontaine  -  Jean de la Fontaine

Jean de La Fontaine (Château-Thierry (Champagne), 8 juli — Parijs, 13 april ) was een classicistische Franse schrijver en dichter, vooral bekend om zijn fabels.
Biografie

La Fontaine is geboren in Château-Thierry in Hij was een tijdlang houtvester en trad op een gegeven moment in overheidsdienst. Toen hij in dienst trad van de hertogin van Bouillon en de hertogin van Orléans, werd hij zelf in de adelstand verheven. Hij had toen al een aantal werken op zijn naam staan. Na zijn mislukte huwelijk is hij naar Parijs verhuisd. Daar kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars. In publiceerde hij zijn eerst bundel met fabels.

La Fontaine werd in lid van de Académie française.

Hij overleed in Parijs, waar hij werd begraven op de Cimetière des Innocents. Zijn grafsteen echter, staat op de begraafplaats Père Lachaise in Parijs.
Werk

Jean de La Fontaine werd vooral bekend door zijn fabels. Daarnaast heeft hij enkele verhandelingen geschreven, waarvan er één zeer antiklerikaal werd bevonden en

Fabels van La Fontaine -

Jean de La Fontaine (Château-Thierry (Champagne), 8 juli — Parijs, 13 april ) was een classicistische Franse schrijver en dichter, vooral bekend om zijn fabels.
Biografie

La Fontaine is geboren in Château-Thierry in Hij was een tijdlang houtvester en trad op een gegeven moment in overheidsdienst. Toen hij in dienst trad van de hertogin van Bouillon en de hertogin van Orléans, werd hij zelf in de adelstand verheven. Hij had toen al een aantal werken op zijn naam staan. Na zijn mislukte huwelijk is hij naar Parijs verhuisd. Daar kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars. In publiceerde hij zijn eerst bundel met fabels.

La Fontaine werd in lid van de Académie française.

Hij overleed in Parijs, waar hij werd begraven op de Cimetière des Innocents. Zijn grafsteen echter, staat op de begraafplaats Père Lachaise in Parijs.
Werk

Jean de La Fontaine werd vooral bekend door zijn fabels. Daarnaast heeft hij enkele verhandelingen geschreven, waarvan er één zeer antiklerikaal werd bevonden en een polemiek veroorzaakte.

La Fontaine was een classicist. Voor zijn fabels haalde hij zijn inspiratie voornamelijk uit de klassieke oudheid, zoals Aesopus en Phaedrus, maar ook uit de Indiase

Jean de la Fontaine

door Jan van Coillie





Jean de la Fontaine werd geboren op 8 juli te Château-Thierry. Over zijn jeugd is weinig bekend. In ging hij naar het seminarie, maar al na enkele maanden vertrok hij naar Parijs om daar rechten te gaan studeren. In zijn fabels zijn heel wat termen uit de rechtstaal terug te vinden. In huwde hij de jarige Marie Héricart en in volgde hij zijn vader op als opzichter van water en bossen. Door zijn contacten met de landelijke bevolking kreeg hij een voor zijn tijd uitzonderlijke kennis van de leefwijze, kunst en tradities van het volk. Ze zouden een belangrijke voedingsbodem worden voor zijn fabels. Zijn wispelturig karakter deed zijn huwelijk al vlug op de klippen lopen en in zag hij zich bovendien verplicht zijn ambt op te geven.

Intussen was hij in bescherming genomen door de machtige Fouquet, die erg ingenomen was met La Fontaines eerste werk, l'Eunuque, comédie (). Nadat Fouquet in ongenade was gevallen, vond La Fontaine telkens opnieuw toevlucht bij verschillende adellijke dames, waardoor hij zich materieel geen zorgen hoefde te maken. Zijn voornaamste beschermster was Mme de la Sablière, aan wier hof hij vanaf verbleef. Hij sloot er vriendschap met de belangrijkste auteurs van zijn tijd

Afscheidsinterview met professor Paul J. Smith

Paul J. Smith is twintig jaar werkzaam geweest als hoogleraar Franse Letterkunde aan de Universiteit Leiden. Eind gaat hij met emeritaat. In dit interview met Alisa van de Haar blikt hij terug op twintig jaar hoogleraarschap in een veranderend werkveld. Ook geeft hij zijn visie op de toekomst van de Franse taal en cultuur in Nederland, waarbij hij een sleutelrol toedicht aan het middelbaar onderwijs.


Wat waren destijds je beweegredenen om Frans te studeren?

Zoals dat vaak gaat speelden mijn leraren op de middelbare school een belangrijke rol in mijn keuze om Frans te gaan studeren. Ik had het geluk dat ik een heel goede docent Frans trof. Onze klas was een vroeg experiment voor de Mammoetwet, wat inhield dat het hele land naar ons keek en dat de school de beste leraren voor onze klas uitkoos. Voor de vakken Nederlands en Frans hadden we bijzonder goede docenten, wat zich ook uitte in de studiekeuze van de leerlingen in die Gymnasiumklas. Zeven of acht van hen gingen uiteindelijk Nederlands studeren. Dat trok mij ook wel, maar ik wilde niet hetzelfde doen als alle anderen, en dus koos ik samen met nog een medeleerling voor Frans. Toen ik mijn kandidaats Frans had gehaald ben ik alsnog de doctoraalstudie Nederlands gaa

La Fontaine, Jean de-,

Château-Thierry, Champagne - Parijs , Frans fabeldichter. Zijn vader bezorgde hem een betrekking als maître des eaux et forêts en drong aan op een huwelijk. Na enige tijd liet La Fontaine vrouw en baan in de steek en ging naar Parijs. Hier leerde hij enkele mensen kennen die hem zijn hele leven zouden onderhouden en raakte hij bevriend met Boileau, Racine en Molière. Zijn belangrijkste werken zijn de Fables en de Contes. In Over Specialiteiten haalt m. de versregels ‘l'occasion, la faim, l'herbe tendre,/ Et quelque diable aussi le poussant.’ (Fr. de gelegenheid, de honger, het malse gras,/ En een of andere duivel die hem een duwtje gaf) aan uit de fabel ‘Animaux malades de la peste’ (Fr. pestlijdende dieren) (vw v, p. ; zie voor de eigenlijke regels vw v, p. ). In een brief aan H.H. Huisman d.d. 8 januari neemt hij deze passage uit Over Specialiteiten over, waaraan hij in een noot toevoegt dat deze regels ‘uit een der schoonste fabelen van Lafontaine’ komen (vw xiv, p. ).

Op 25 oktober komt m. in een brief aan mevr. G.C. de Haas-Hanau terug op zijn positieve oordeel over La Fontaine:

‘Zeg, wat valt die Lafontaine me tegen! De meesten zyner fabels zyn gerekt, haarsleeperig, vo