Biografie reinbert de leeuw


Ìn verscheen van Thea Derks de biografie (hier besproken) van Reinbert de Leeuw, op een moment dat haar onderwerp nog leefde. Nu hij niet meer leeft, is het tijd voor een wat Derks noemt Slotakkoord. Die titel geeft goed aan hoe dit boekje van nog geen bladzijden aansluit op haar boek uit Ze meldt zijn laatste verrichtingen, maakt ten dele de balans op is en zit nog steeds in haar maag met haar mix van bewondering en kritiek. Uit die dubbelheid probeert zij zich te redden met de volgende zinnen in het voorwoord.

'Hij was een groot musicus die velen heeft geënthousiasmeerd voor moderne muziek. De laatste jaren bereikte hij een nóg groter publiek met zijn romantisch-zwelgende vertolkingen van de Matthäus - en Johannes-Passion van Bach. Dat hij ook star en onverzoenlijk kon zijn, zoals ik ondervond na de publicatie van mijn biografie, was soms moeilijk te verdragen. Maar ik ben de mens altijd blijven onderscheiden van de muziek en huldig de gedachte "Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen". Daarom: zand daarover. Reinbert de Leeuw is dood, leve Reinbert.' (p. 11)

Eerlijk gezegd hoeft men, vind ik, leven en werk bij hem niet te scheiden. Juist in dit geval zou de verbinding meer inzicht hebben verschaft in beide. Reinbert de Leeuw was als v


‘Ik word gek als muziek niet chromatisch is’

Gefascineerd las ik het boek dat de geportretteerde schokte, de Reinbert de Leeuw-biografie van musicologe Thea Derks. Volgens De Leeuw staat het vol fouten. Dat lijkt me overdreven. Het is zorgvuldig gedocumenteerd, de leesbaarheid wordt niet geschaad door een tsunami van details, de strekking is gepast genuanceerd. Mens of melodie is een gedegen portret van de dirigent, pianist, publicist, programmeur en bestuurder die als pleitbezorger van twintigste-eeuwse muziek een indrukwekkend stempel drukte op het Nederlandse muziekleven na

Derks, geen spannende stiliste, heeft een kunstige spagaat gemaakt. De schaduwzijden van een monomaan en explosief karakter worden niet verdoezeld, de harde kern van zijn verdiensten blijft onaangetast.

Zonder De Leeuw was de Nederlandse ensemblecultuur nimmer zo groot geworden en was de structurele subsidiëring van Nederlandse componisten in de kiem gesmoord. Het repertoire-aanbod op binnen- en buitenlandse podia was aanzienlijk schraler geweest zonder zijn zendingswerk voor Charles Ives, Erik Satie, late Liszt, Mauricio Kagel, Olivier Messiaen, Galina Oestvolskaja, Sofia Goebaidoelina, Louis Andriessen, Claude Vivier, John Adams, György Kurtág en György Ligeti. Hij was de meest invloedrijke f

 

 
 

Reinbert de Leeuw

“Biografische feitjes zijn irrelevant.” Ziehier een klein en schijnbaar onbeduidend zinnetje uit een behoorlijk groot interview met de onlangs jubilerende pianist/dirigent/componist/publicist Reinbert de Leeuw door Rinskje Koelewijn in NRC Handelsblad van zaterdag 28 september jongstleden. Een zinnetje waar je dus zo overheen zou lezen, ware het niet dat de alom gevierde maestro de reeds lang aangekondigde en met hoge verwachtingen tegemoet geziene biografie van de musicologe Thea Derks over hem niet wilde autoriseren. Dit met als gevolg dat zeven jaar research en schrijfwerk pardoes in de prullenmand is komen te belanden. Hoezo feitjes irrelevant? In een kookboek zijn culinaire feitjes toch ook niet irrelevant? Wat heet!

Gesternte
Het is natuurlijk een open deur op te merken dat het kenmerkende voor onverschillig welke biografie de aanwezigheid van biografisch materiaal is. Die aanwezigheid, daar helpt geen lieve moeder aan. Iets anders is dat het gesternte waaronder de biografie van Derks tot stand moest komen op z’n zachtst gezegd, weinig gelukkig was, of – zoals in een aantal recentelijk verschenen en aan deze zaak in De Volkskrant, de NRC en Het Parool gewijde artikelen/columns niet zond

in Februari overleed een van mijn helden uit de Nederlandse klassieke muziek Reinbert de Leeuw. Hij behoort tot de meest opechte en integere muzikanten die ik ken, wars van pretenties en sterallures en voor wie altijd de muziek en de componist  op de eerste plaats kwamen. Met een haast obsessieve gedrevenheid wilde hij de moderne klassieke muziek en hun makers een podum en een publiek geven omdat hij onvoorwaardelijk geloofde in de de waarde of beter gezegd "de waarheid" van hun muziek.

Satie

Ik zag en hoorde Reinbert de Leeuw voor het eerst min of meer bij toeval als vaste bezoeker van een concertserie in Eersel in de er jaren van de vorige eeuw. Ik was net lid geworden van het Strijps Kamerkoor en geinteresseerd in alles wat met klassieke muziek, koorzang en dirigeren te maken had. Op dit bewuste concert speelde een zekere Reinbert de Leeuw, een tamelijk informeel en wat slordig geklede man en daarbij ook nog haast ongezond lang en mager, muziek van Erik Satie. Ik werd meteen bevangen door deze voor mij compleet onbekende en toen nog als "moderne klassieke muziek" te boek staande muziek. In ieder geval was daarmee deze muziek en de naam van Reinbert de Leeuw voor altijd in mijn geheugen gegrifd.

Toonmeesters

De daarop volgende ontmoeting met deze intrigerende man wa

De Reinbert-monologen. Reinbert de Leeuw en de muziek van de twintigste eeuw

Toen in Thea Derks haar niet geautoriseerde biografie Mens of Melodie publiceerde, was Reinbert de Leeuw – om het maar zachtjes uit te drukken – enorm teleurgesteld. Wat hem voor ogen had gestaan was eerder een ‘mentale’ biografie, met andere woorden een biografie aan de hand van zijn geestelijke en muzikale ontwikkeling: ‘Wie er bij mij achterop de bromfiets gezeten heeft of andersom, is volstrekt oninteressant’. Die ‘mentale biografie’ is er nu, in de vorm van een twaalftal monologen, opgetekend en geredigeerd door Dap Hartmann.

Piep-kraak-muziek

In distantieerde Reinbert de Leeuw zich van Mens of Melodie en zag De Bezige Bij af van publicatie. Tegelijkertijd ging hij in gesprek met Dap Hartmann: de twaalf gesprekken die de hoofdstukken vormen van Over de Grens, zijn gevoerd tussen en

Hartmann is gepromoveerd in de astronomie en tegenwoordig universitair hoofddocent innovatie en ondernemerschap aan de TU van Delft. In het Woord Vooraf vertelt hij hoe hij, als liefhebber van voornamelijk negentiende-eeuwse klassieke muziek, voor het eerst een inkijkje kreeg in zo genoemde ’piep-kraak-muziek’. Dat was toen hij een aflevering zag van de serie Toonmeesters, die Reinbert de Leeuw in de j