Herman heijenbrock biografie

WAARDT, Johannes Hendricus de

(roepnaam: Jan), anarchistisch karikaturist en schilder, is geboren te Rotterdam op 23 april en overleden te Zeist op 21 juli Hij was de zoon van Hendrik de Waardt, koopman en winkelier, en Geertruida Elisabeth Sikemeier.

De moeder van De Waardt stierf kort na de geboorte van zijn zusje. Hij was toen nog maar een jaar oud. Het zusje kwam na negen maanden te overlijden. In hertrouwde zijn vader met Catharina Christina de Jong maar dat huwelijk eindigde in in een scheiding. De vader kwam niet over het verlies van zijn dochtertje en eerste vrouw heen en verliet zijn tweede gezin. Zijn fourniturenwinkel ging failliet. Hij werd enkele malen wegens landloperij veroordeeld en tenslotte naar de Rijkswerkinstelling Veenhuizen gestuurd. De vader verdween zo uit het leven van De Waardt en stierf in te Veenhuizen. De Waardt werd samen met zijn halfbroer Piet en halfzus Geertruida (die in stierf) door zijn stiefmoeder opgevoed. Zij hertrouwde in met de bekende muziekpedagoog en pianist Johannes Hendrikus Sikemeier, een oudere broer van De Waardts moeder, die al jaren bij het gezin inwoonde. Hij was opgeleid aan het Brussels conservatorium, was verbonden aan de Rotterdamse muziekschool en kende grote componisten als Johannes Brahms en Robert Schumann

HEIJENBROCK, Johann Coenraad Hermann

(roepnaam: Herman), schilder van arbeidsomstandigheden en industriële processen en oprichter van het Museum van de Arbeid in Amsterdam, is geboren te Amsterdam op 27 juli en overleden te Blaricum op 18 maart Hij was de zoon van Johann Coenraad Hermann Heijenbrock, broodbakker en handelaar in scheepsbenodigdheden, en Hendrika Fleumer. Op 2 maart trad hij in het huwelijk met Theodora Agatha des Amorie van der Hoeven, ijveraarster voor vrouwenkiesrecht en socialisme, met wie hij twee dochters kreeg.

Na de lagere school en werk in de zaak van zijn vader bezocht Heijenbrock op zeventienjarige leeftijd de Rotterdamse Tekenacademie. Zijn eindexamenwerkstuk werd in bekroond met een prijs van veertig gulden. Voor dat geld kon hij een reis naar België maken, waar hij Antwerpen, de industriesteden Luik en Charleroi en de mijnen in de Borinage bezocht. Hij werkte enige tijd als decoratieschilder bij een theater in Antwerpen en was vanaf journalist-tekenaar bij het Rotterdamsch Nieuwsblad. Intussen verdiepte hij zich in de natuurkunde en werd vrijdenker. Samen met zijn vriend Jan de Waardt, die later karikaturen tekende en in Een Vergeten Hoofdstuk van F. Domela Nieuwenhuis illustreerde, trok hij de polder in voor het schilderen van landsc

Jan Toorop versus Herman Heijenbrock

 

 

 

 

Frans Deurvorst ()   door Toorop          DRU IJzergieters ()  door  Heijenbrock

 

Heijenbrock werd ook wel de schilder van de arbeid/industrie genoemd, hij maakte evenals Toorop op de DRU te Ulft diverse  pastels en een enkel olieverfschilderij. Hoewel beide sociaal bewogen, stond bij Toorop toch meer de arbeider op de voorgrond en minder de techniek en de industriële processen. Zowel Toorop als Heijenbrock bezochten de Borinage het land van <<Germinal>> de naam van een roman van Emile Zola. De schrijnende ellende en de onderdrukking van de arbeider maakte grote indruk en leverde een grote inspiratiebron voor hun werken. Toorop was toch ook een decadente schilder en schuwde de society niet,getuige zijn talloze portretten. In Heijenbrock&#;s oeuvre is dan ook zover ik weet geen enkel directieportret te traceren. In dat perspectief zwierf Heyenbrock meer door de fabrieken, kameraad met de werkers, informerend naar het hoe en waarom, om des te meer bewondering hun durf en uithoudingsvermogen, hun vaardigheid en inzicht in het arbeidsproces uit te beelden. Hij vond zijn domein vooral  dan ook aan de vurige gloeiende ovens, bij het nachtelijk

Biografie

«Schilderijen van nstelling Kunstzaal Panorama». De Kroniek nr. 13, , p.
MJ. Brusse: «Een schilder in de groot-industriö>.  Elseviers Geillustteerd Maandschrift; jg. 17 nr. 12, dec , p.
J.  Sterringa, jz. «Over de Nieuwe Tijden - Idealisme of Malerialisme». Amsterdam, I
Franz Dose: «Bilder aus der Gross-Industrie». (Oelgemälde und Pastelle von Hermann Heijenbrock .
Moderne Kunstgeschichte, Band I, Arnis
Frederik van Ecden: De schilder Herman Heijenbrock: Op de Hoogte, , p. (Herdrukt in Van Eeden's studies, 6e reeks, p. ). 
Frans Netscher: «Karakterschets van Herman Heijenbrock». De Hollandsche Revue, 25 mei
J.H. Schorer: «Herman Heijenbrock, de schilder der grootindustrie». Eigen Haard, , p.
C. Harms Tiepen: De schilder der Groot-Industrie Herman Heijenbrock, deel I en Il. Morks Magazijn, jg. 18, april p. en mei p.
Henri H. van Calker: «Schilders van Holland, XVII, Herman Heijenbrock», Holland Express, jg. 9 nr, 20, 17 mei , p.
Louis Pierard: «H. Heijenbrock, schilder van het zwarte land». Onze Kunst, , p.
Cornelis Veth: «Herman Heijenbrock», Elsevier, , p.
Ellen Forest: «Herman Heijenbrock». Eigen Haard, , p.
«Een leven van arbeid aan den arbeid gewijd, Heijenbrock's eere-tentoonstelling in het Stedelijk Museum». Het Leven, jg. 26, nr. 41, 10 okt. , p.


Herman Heijenbrock volgde de Rotterdamse Tekenacademie vanaf zijn 17e jaar. In maakte hij een reis naar de steden Luik, Charleroi en bezocht de mijnen in de streek Borinage. Hier zag hij het lijden en de ellende van de arbeider. Zij werkten onder erbarmelijke omstandigheden. Hij schilderde hier het grauwe landschap. In vestigde hij zich in Blaricum. Omstreeks neemt een kennis (directeur van een fabriek) hem mee naar het Ruhrgebied om in de grote fabrieken de geweldige machines, het vuur en de arbeiders te schilderen. In de loop van de tijd schildert hij de staalfabrieken, mijnen, ijzersmelterijen, glasfabrieken, metaalgieterijen en havens. Hij maakt reizen naar Engeland, Schotland, Wales en Duitsland. Hij geloofde dat de industrialisatie zou leiden tot een menswaardiger bestaan van iedereen. Daarom schilderde hij de arbeiders in de wereld van de techniek, machines en industriële processen. In Nederland en het buitenland. Hij wordt ook wel de schilder van ijzer en vuur genoemd. Zijn werken zijn een unieke weergave van de productieprocessen aan het begin van de 20e eeuw. Zijn werk is vertegenwoordigd in de collectie van het Rijksmuseum Amsterdam, Historisch Museum Rotterdam, Gemeentemuseum Arnhem en het Stedelijk Museum van Helmond.