Josepha mendels biografie
Josepha Mendels
door Janet Luis
1. Biografie
Josepha Judica Mendels werd op 18 juli geboren in Groningen als derde dochter van Isidore Mendels en Emma Lévy. Zij kreeg een orthodox-joodse opvoeding. In Groningen bezocht zij de meisjes-hbs, maar haar middelbare-schoolopleiding voltooide ze in Deventer. Daarna doorliep zij met weinig succes de Groningse Huishoudschool. Zelf wilde ze graag actrice worden, maar haar vader (die in zou overlijden) achtte een opleiding tot onderwijzeres betamelijker. Zij mislukte voor de klas, maar werkte wel drie jaar als huisonderwijzeres en vervolgens tien jaar als directrice van een opvoedingscentrum voor joodse meisjes in Den Haag. In vestigde zij zich in Parijs als freelance journaliste. Toen de oorlog uitbrak, kon zij dit werk niet langer voortzetten. Van mei tot juli schreef zij Rolien en Ralien, waarmee ze in zou debuteren. Daarna vluchtte ze via Spanje naar Londen, waar ze voor de Nederlandse regering werkte. Haar eigen oorlogservaringen en de deportatie van haar familie beschreef ze in Je wist het toch ().
In Parijs zettte ze haar journalistieke werkzaamheden voort. In de loop der jaren schreef zij onder andere voor Elseviers Weekblad, Het Parool, Nieuwe Rotterdamse Courant, Elegance en Vrij Nederland. In werd
Reserveren: Tickets
De maatschappij schrijft mij niets voor. Ik doe alleen waar ik zin in heb. Ik zal sterven als een niet-nette dame.
En dat deed ze. Als een van de eerste vrouwen was auteur Josepha Mendels bewust ongehuwd moeder. Ze maakte er een punt van nergens bij te horen. Niet bij feministen, niet bij schrijvers, niet bij joden. Haar eerste roman, Rolien en Ralien, werd zeer goed ontvangen (vitaal, geladen proza en een voortreffelijk boek dat bij herlezing wint). Dat smaakte naar meer: er volgden twaalf romans, zo ook Je wist het toch, nu heruitgegeven door Cossee.
Voor haar oeuvre ontving ze in als eerste de Anna Bijnsprijs.
Mendels was een flamboyante persoonlijkheid met een droevige geschiedenis. De moord op haar hele familie tijdens de Tweede Wereldoorlog wierp niet alleen een schaduw op haar succes, maar op haar hele leven.
Wie was deze vrouw? Die de verwachtingen van haar omgeving en de maatschappij overwon en haar eigen weg koos? Die de jonge Simon Vinkenoog tot haar minnaar maakte, en Anna Blaman tot haar vriendin? En waarom is haar werk nog steeds zo belangrijk?
Dat verkennen we via lezingen, columns, voordrachten en interviews van en met: Sylvia Heimans (biografie Josepha Mendels. Het eigenzinnige leven van een niet-nette dam Ze had eigenlijk een jongen moeten zijn. Haar vader, een vrome, orthodoxe jood, een leraar Nederlands die in de avonduren was gepromoveerd, wilde na twee meisjes graag een zoon aan wie hij zijn kennis en waarden kon overdragen. Een naam had hij al, voor het kind dat in geboren zou worden: Joseph. Teleurgesteld plakte de vader een a achter die naam. Dit meisje bleek, net als hij, gek op lezen en schrijven. Op letters. Toen zij de mazelen had, wist zij zeker dat haar vader, immers 'dokter' in de letteren, haar zou genezen: 'Want die mazeltjes, dat waren allemaal lettertjes'. Op school lukte het niet om vriendinnen te maken, omdat ze nooit bij iemand thuis mocht spelen of eten, vanwege het niet-koosjere eten. Daarom verzon ze maar vriendinnetjes. Zo werd een schrijfster geboren. Josepha Judica Mendels, Nederlands prozaschrijfster (Groningen – Eindhoven ). Mendels werd orthodox-joods opgevoed en volgde een opleiding tot onderwijzeres. Korte tijd werkte ze ook in het onderwijs, maar vervolgens werd ze directrice van een opvoedingscentrum voor joodse meisjes in Den Haag. In vertrok ze naar Parijs als freelance journaliste. Bij het uitbreken van WOII vluchtte ze via Spanje naar Londen, waar ze werkte voor de pers- en radiodienst van de Nederlandse regering in ballingschap. Na de oorlog keerde ze terug naar Parijs en werkte daar voor de persdienst van de Nederlandse ambassade. Tussen en schreef ze Rolien en Ralien, waarmee ze in zou debuteren. Het is de roman over een meisje dat beheerst wordt door een tweede ‘ik’, Ralien, die tot op zekere hoogte haar doen en laten dicteert. Vanuit Parijs bleef ze journalistiek actief voor Elseviers Weekblad, Het Parool, de Nieuwe Rotterdamse Courant en Vrij Nederland. Vanwege haar onafhankelijke en openhartige stellingname, met name over vrouwelijke seksualiteit, werd ze gezien als een voorloopster van het feminisme van de zeventiger jaren. Haar oorlogservaringen en de deportatie van haar familie beschreef ze in Je wist het toch… (). In verscheen de roman Als win Je wist het toch is een liefdesgeschiedenis en een oorlogsverhaal. Het gaat over Henriëtte Bas en de getrouwde Frans Winter, ook wel Kabouter en Raderdier, die elkaar in Engeland ontmoeten en een verhouding aangaan ‘voor de duur van de oorlog’. Gevoel door drama en opgeblazen romantiek ontbreekt beide personages niet. Kabouter, roept Frans bij ieder afscheid dat ze nemen, Raderdier, schalt Henriëtte haar jonge minnaar terug. Een pop, lijkt hij soms wel voor haar, als ze hem uit een ingewikkeld matrozenpakje helpt bijvoorbeeld. Zoals je als moeder eigenlijk geen lievelingskinderen mag hebben, is het voor een lezer misschien niet zo netjes om lievelingspersonages te hebben. Tenslotte moet je ze allemaal in context zien, zonder het ene personage had het andere geen nut gehad, alles draagt bij tot het Grote Verhaal, enzovoorts. Hoewel er in de literatuur mijns inziens een groot gebrek bestaat aan onafhankelijke vrouwelijke personages die meer zijn dan een gezellige side-kick, of een zeverend symbool van de zoveelste verloren generatie een gebrek aan Henriëttes, kortom, moet ik toegeven dat mijn sympathie volledig uitgaat naar Frans. Frans is een botte zak. Naast zijn vrouw en Henriëtte houdt hij er nog een trits minnare
Het onconventionele leven van Josepha Mendels
Josepha Mendels debuteerde in met de roman Rolien en Ralien en was daarmee een literaire generatiegenoot van Gerard van het Reve, W.F. Hermans, Anna Blaman en Hella S. Haasse. De toon en sfeer van haar werk passen in de tijd: de desillusie van na de oorlog, een scherp gevoel voor de absurditeit en vergeefsheid van alles. Haar boeken kregen doorgaans positieve recensies; in kreeg ze de Vijverbergprijs voor Als wind en rook. Toch brak ze nooit helemaal door, Mendels, Josepha
Over Josepha Mendels Je wist het toch