Biografie maartje draak
BIOGRAFIE VAN MAARTJE DRAAK
Willem Gerritsen (), emeritus hoogleraar Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen in Utrecht, schreef een biografie van zijn promotor: keltologe Maartje Draak (). Gerritsen hoedt zich er voor persoonlijke kennis, anders dan op hoogst noodzakelijke momenten, openlijk te laten meespelen. Het boek is geschreven tegen de achtergrond van de studies waarin Draak actief was: de verhaaltraditie van sprookjes, Oudierse en Middelnederlandse studies. Op sprookjes was Draak gekomen via Grimm en de Chinesische Volksmärchen van Richard Wilhelm. Na haar studie Nederlands in Amsterdam en promotie in Utrecht bij de befaamde keltoloog A.G. van Hamel () begaf Draak zich voor Keltische studies naar Londen, Oxford en Dublin. De levendige beschrijving van deze stage is het hoogtepunt van het boek. De Bodleian Library in Oxford is een sensatie: Je krijgt hier geen kaart, maar schijnt alleen opgenomen te worden met de X-straalogen van de officials. Uiteindelijk gaat Draak de weg van schoollerares, privaatdocent, lector en buitengewoon hoogleraar aan de universiteiten van Amsterdam en Utrecht. In werd ze als eerste vrouw gekozen tot lid van de Afdeling Letterkunde van de KNAW.
Draak gold als lastig en onvoorspelbaar. Ze nam de telefoon op door niet naam m
Maartje Draak: Een geboren verteller
‘Mijn naam is Draak, ik doe in Kelten. Gaat u zitten.’ Dat waren de eerste woorden die Willem Gerritsen als student hoorde uit de mond van Maartje Draak. ‘Het klonk als een uitdaging’, ’ memoreert hij in zijn mooi geïllustreerde biografie Verhalen van de drakendochter. . Leven en werk van Maartje Draak ().
Maartje Draak groeide drietalig op en had een groot talent voor het leren van nieuwe talen. Als HBS-scholiere kocht ze een exemplaar van Chinesische Volksmärchen. Dit boekje, met een omslag met zwarte draakjes en rode stempels, noemde ze in haar rede ‘De levensloop van een Draak’ bepalend voor de richting waarin ze zich zou ontwikkelen. Maartje Draak was gefascineerd door verhalen en door sprookjes in het bijzonder. De titel van de biografie, Verhalen van de drakendochter, is dan ook heel goed gekozen.
De studies Nederlands en Keltologie
In ging Maartje Draak in Amsterdam Nederlands studeren. Ze koos de bijvakken Welsh en Oudfrans en leerde later ook Oudiers. In studeerde ze af. Omdat ze geen baan als lerares kon krijgen, had ze tijd voor wetenschappelijk onderzoek. In promoveerde ze cum laude op Onderzoekingen over de Roman van Walewein aan de Universiteit van Utrecht. Gerritsen beschrijft in warme bewoordingen de band t
Draak, Amalia Maartje Elisabeth ()
© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Draak, Amalia Maartje Elisabeth, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: [20/06/]
DRAAK, Amalia Maartje Elisabeth(geb. Venlo – gest. Amsterdam ), neerlandica, hoogleraar Keltisch, eerste vrouwelijke lid van de afdeling Letterkunde van de KNAW. Dochter van Jan Draak (), ambtenaar, en Emma Wahl (na ). Maartje Draak bleef ongehuwd.Maartje Draak was het enige kind van de douanebeambte Jan Draak en de Duitse Emma Wahl, dochter van een postbode. Vanwege haar vaders loopbaan verhuisde het gezin enige malen, en zo belandde Maartje op de HBS-B in Arnhem. Thuis werd veel Duits gelezen. De Chinesische Volksmärchen van Richard Wilhelm (met draken op het omslag), die Maartje eens in de ramsj kocht, wekten haar belangstelling voor sprookjes en oosterse cultuur. Na een staatsexamen Latijn en Grieks ging ze in Nederlands studeren in Amsterdam, maar ze voltooide haar studie in in Utrecht, waar A.G. van Hamel haar wees op het verband tussen de Middelnederlandse Arthurromans en de Keltische verhaaltradities. Als bijvakken koos ze Oudfrans en Oudiers. Na leerde ze bij Van Hamel nog Welsh. In debuteerde ze met twee artikelen over de Middelnederlandse
Nieuw in de collectie: Verhalen van de drakendochter – leven en werk van Maartje Draak
Toen Maartje Draak () veertien jaar was kocht ze het mooi vormgegeven boek Chinesische Volksmärchen van Richard Wilhelm in de ramsj. Zelf benoemde zij dat als hét omslagpunt waardoor ze voorgoed verslingerd raakte aan Oosterse cultuur en aan de wereld van sprookjes en volksverhalen. Een gevolg was dat Maartje Draak een mooie collectie sprookjesboeken bij elkaar verzamelde, die nu te bewonderen is in het Meertens Instituut.
Eerste vrouw
In Verhalen van de drakendochter beschrijft auteur Willem Gerritsen nauwgezet de loop van Draaks academische carrière en haar omvangrijke wetenschappelijke productie. Die had onder andere betrekking op vertellers, verhalen, sprookjes, Ierse literatuur en Middelnederlandse letterkunde. In promoveerde Draak op de Waleweinroman, waarbij ze betoogde dat het verhaal uit een sprookje was voortgekomen.
Na een Ierse studiereis en een aantal jaren als lerares Nederlands werd ze in benoemd tot lector (later hoogleraar) Keltische taal- en letterkunde in Utrecht en Amsterdam. In werd Draak als eerste vrouw gekozen tot lid van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In ging ‘juffrouw Draa
Repertorium
fotograaf onbekend; Ex libris van Maartje Draak
Maartje Draak ()
Amalia Maartje Elisabeth Draak werd geboren op 25 maart in Venlo. Na een staatsexamen Latijn en Grieks ging ze in Nederlands studeren in Amsterdam, maar ze voltooide haar studie in in Utrecht. Als bijvakken koos ze Oudfrans en Oudiers. Na leerde ze bij Van Hamel nog Welsh.
Omdat Draak geen baan kon vinden in het onderwijs begon ze een onderzoek naar de Waleweinroman. Daarop promoveerde ze in bij Van Hamel. Vanwege de Tweede Wereldoorlog moest Draak haar onderzoek staken. Ze werd lerares Nederlands en na de oorlog privaatdocent. In werd Draak benoemd tot – de eerste – lector Keltische taal- en letterkunde in Utrecht en Amsterdam. Maartje Draak overleed op 16 november te Amsterdam.
Draak verzamelde Aziatische kunst, na de keltologie haar tweede grote liefde. Een deel van de collectie-Draak is te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam, een ander deel in kasteel Heeswijk. Haar keltologische bibliotheek was bestemd voor haar voormalige Utrechtse vakgroep, maar is wegens ruimte- en geldgebrek door de universiteit geveild bij Beijers in , echter nadat de Universiteitsbibliotheek van Utrecht daar iets uit had gezocht. De collecties science fiction, detectives en kinderboeken vonden een onderdak in